Het hindoeïsme
Wat is het Hindoeïsme?
Hindoeïsme is één van de oudst levende godsdiensten ter wereld. Het Hindoeïsme heeft zijn oorsprong in India, het land waar de meeste Hindoes wonen. Maar er zijn ook grote Hindoegemeenschappen in Nepal, het Midden-Oosten, Fiji en Mauritius. Andere Hindoes wonen en werken in delen van de wereld als Groot-Brittannië, Nederland, Noord-Amerika. Afrika, Zuidoost-Azië en het Caribisch gebied. Godsdienst speelt een belangrijke rol in het leven van de Hindoes. Het is de manier van leven en hoe ze tegen de wereld aankijken. Hindoes noemen hun geloof ‘sanatana dharma’ dat betekent eeuwige leer of eeuwige wet. Hindoeïsme is een levendig, kleurrijk en soepel geloof, dat op verschillende manieren vorm kan worden gegeven.
Het begin van het Hindoeïsme
Hindoeïsme is een ongewone godsdienst doordat het geen stichter en geen heilig boek heeft. Het begon ongeveer vierduizend jaar geleden in de tijd van de Indusdalbeschaving in noordwest-India. Archeologen hebben Indus-beelden gevonden die een vroege afbeelding laten zien van de grote hindoegod Shiva. In ongeveer 1500 voor onze jaartelling vielen mensen uit Centraal-Azië, Noord-India binnen. Zij brachten hun eigen geloof mee en hun ideeën vermengden zich met die van de mensen uit het Indusdal. Hindoes vereren nog steeds een aantal Arische goden, zoals Agni, god van het vuur en lezen nog steeds Arische heilige teksten, zoals de Rig Veda.
Het geloof van de Hindoes
Hindoeïsme is meer een manier van leven dan het hebben van een aantal vaste geloofspunten. Het kan op allerlei manieren vorm worden gegeven. Sommige Hindoes bidden iedere dag, anderen bijna nooit. Bidden en het bezoeken van de tempel is niet verplicht. Aan iedereen wordt overgelaten dit zelf te beslissen. Maar alle Hindoes delen wel een aantal geloofspunten. Hindoes geloven dat bij iemands dood zijn ziel voortleeft en herboren wordt in een ander lichaam, van een mens of dier. De kwaliteit van het volgende leven hangt af van de manier waarop men zich in het eerdere leven heeft gedragen. Bij een goed geleefd leven, wordt men herboren in een hogere vorm van leven dan bij een slecht geleefd leven. Deze keten van daden en hun gevolgen wordt karma genoemd. Het uiteindelijke doel van het leven van een Hindoe is moksha of verlossing, loskomen van de cyclus van samsara. Hoe beter iedere hergeboorte, des te dichter kom je bij moksha. Moksha wordt ook gezien als het moment waarop je individuele ziel, atman, opgaat in de opperste geest Brahman.
Het kastenstelsel
De Hindoe-maatschappij is traditioneel verdeeld in vier groepen, kasten geheten. Het zijn de Brahmanen (priesters), Kshatriya’s (edelen en soldaten), Vaishya’s (kooplieden) en Sudra’s (dienaren). Buiten het kastenstelsel zijn er mensen die werk doen wat als vuil of ondergeschikt wordt gezien, zoals de straat vegen. Zij werden wel ‘onaanraakbare’ genoemd, maar staan tegenwoordig wel bekend als de ‘geregistreerde kaste’. In het verleden werd het kastenstelsel streng toegepast en raakten mensen van hogere en lagere kasten nooit vermengd. Tegenwoordig is het minder strikt, maar heeft het nog steeds invloed op de plaats waar mensen wonen, wat voor baan men heeft en met wie men trouwt.
Goden en Godinnen
De meeste Hindoes geloven in een oppergeest Brahman. Maar Hindoes bidden niet zoals de christenen tot God of moslims tot Allah. In plaats daarvan vereren zij honderden goden, die verschillende kanten van Brahman laten zien. De hindoegoden worden vaak afgebeeld met vele hoofden of armen, die allemaal een heilig voorwerp vasthouden. Dat zijn symbolen van hun speciale krachten en het aspect dat zij Brahman vertegenwoordigen.
De Hindoe-Drie-Eenheid
De belangrijkste drie hindoegoden zijn Brahma (de schepper), Vishnu (de beschermer) en Shiva (de verwoester). Vishnu en Shiva zijn hele geliefde goden, veel tempels zijn aan hen toegewijd.
Brahma
Brahma, de eerste van de drie hindoe-drie-eenheid, is de schepper van het heelal. Hij wordt afgebeeld met vier hoofden die naar de vier windrichtingen kijken. Hij rijdt op zwanen of zit op een heilige lotusbloem. Zijn vrouw is de godin van kunst en onderwijs Saraswati. Brahma heeft vier handen, waarvan hij er altijd één zegenend opheft.
Vishnu
Vishnu is de beschermer van het heelal. Hij wordt vaak afgebeeld op een adelaar of slapend op een reuzenslang. Zijn vrouw is Lakshmi, de godin van de schoonheid en rijkdom.
Shiva
Shiva is de vernietiger van het kwaad in het heelal. Hij heeft een drietand als symbool van de vernietiging. Op zijn voorhoofd draagt hij het derde oog van de kennis. Shiva rijdt op een grote stier, Nandi geheten. De vrouw van Shiva is de godin Parvati.
Rama en Krishna
Rama en Krishna worden in heel India als goden vereerd. Rama is de held uit het gedicht Ramayana en vertegenwoordigt moed en deugd. Krishna is wat ondeugender en dol op het doen van wonderen. Hij is de sleutelfiguur uit de Bhagavad Gita, een onderdeel van het gedicht Mahabharata.
Heilige boeken en verhalen
De Hindoes hebben geen heilig boek zoals de Bijbel voor de christenen, maar hebben veel verschillende heilige teksten. Voordat deze werden opgeschreven, werden ze lange tijd mondeling doorgegeven. De taal die de mensen gebruikten was Sanskriet, de taal van het Arische volk. Sanskriet is de heilige taal van India en wordt vandaag nog bestudeerd, al wordt het niet meer gesproken.
De Veda’s
De oudste heilige teksten zijn vier verzamelingen lofzangen, gebeden, regels voor rituelen en offers en spreuken: de Veda’s. Deze werden door de Ariërs ongeveer 3500 jaar geleden verzameld. Het oudst en bekendst is de Rig Veda. Het is nog steeds een belangrijk heilig boek van de Hindoes. Het bevat meer dan duizend lofzangen over de oude goden en godinnen.